De veevoerindustrie is begonnen met initiatieven om melkvet meer robotbestendig te maken. Dit gebeurt in afwachting van een groot onderzoek van het Productschap Zuivel om de zuurgraad van melk binnen de perken te houden.
Melkrobot
Door de grootschalige invoering van melkrobots stijgt de gemiddelde zuurgraad van koemelk. Dit is ongewenst omdat er meer risico is op smaakafwijkingen. Toch zal het aantal kwaliteitsboetes voor melk met een te hoge zuurgraad naar verwachting stijgen van 1,3 procent in 2007 naar 2,3 procent in 2015, zo meent het Productschap Zuivel. Melkcontroleur Qlip signaleert overigens dat de gemiddelde zuurgraad vorig jaar juist daalde van 0,4 naar 0,35 mol.
Voornaamste oorzaak van de verwachte stijging van de zuurgraad is het toenemende aantal melkbeurten per koe per dag, vooral door de sterke opkomst van de melkrobot. Melk is meer in beweging en door het grotere aantal kleine lactaties stijgt de grootte van de vetbolletjes in de melk. Die raken eerder beschadigd. Zo stijgt het gehalte vrije vetzuren.
Voerrantsoen
Daar is volgens Schothorst Feed Research en Nizo Food Research met alleen technische aanpassingen niet genoeg aan te doen. Boeren die beginnen te melken met een robot hebben wel iets meer problemen dan ervaren robotmelkers. Maar ook ervaren boeren blijven problemen houden met te veel vrije vetzuren in de melk. De oplossing wordt gezocht in het sterker maken van de vetbolletjes in de melk, zodat die minder snel uiteen vallen. Dat kan door het voerrantsoen van de koeien aan te passen.
Bekend is dat een rantsoen met veel gras minder problemen oplevert, met veel vrije vetzuren, dan een rantsoen met veel mais. Ook andere voedingsstoffen en toevoegmiddelen kunnen helpen om de vetbolletjes meer robotbestendig te maken. Schothorst en het Nizo zijn in januari gestart met een proef om alle oplossingen in beeld te brengen. Vooruitlopend daarop adviseert voercoöperatie Agrifirm om zo nodig meer voer met onverzadigde vetzuren te gebruiken. Net als voor Campina-merkmelk.
