In totaal zijn vorig jaar in Nederland bijna 5,1 miljoen ton vochtrijke veevoeders op het boerenerf geleverd. De afzet is in 2009 235.000 ton hoger dan in 2008. De totale hoeveelheid komt overeen met bijna 1,1 miljoen ton mengvoeders met 88 procent droge stof.
Varkens
Dit blijkt uit cijfers van het OPNV. De hoeveelheid vochtrijke voedermiddelen in het dagelijkse rantsoen van Nederlandse varkens nam in 2009 licht af en kwam uit op 2,97 (3.04 in 2008) miljoen ton. Het gebruik van tarwezetmeel ten behoeve van alcoholproductie en aardappelproducten voor biovergisting zet nog steeds door. De stijging in de afzet van aardappelstoomschillen wordt verklaard door het lagere schilrendement in 2009. De afname van vochtrijke diervoeders aan de varkenshouderij kon in 2009 nog enigszins worden opgevangen door een flinke toename van tarwegistconcentraat. De belangrijkste producten voor de varkenshouderij blijven tarwezetmeel, aardappelstoomschillen, weiproducten en in 2009 is daar tarwegistconcentraat bijgekomen.
Rundvee
In de rundveehouderij werd aanzienlijk meer afgezet met 2,1 (1,79 in 2008) miljoen ton vochtrijke diervoeders. De afzet van perspulp, aardappelpersvezels en tarwegistconcentraat nam flink toe, terwijl de afzet van bierbostel gelijk bleef en maïsglutenvoer enigszins afnam. In de rundveehouderij zijn de grootste producten bierbostel, perspulp en aardappelpersvezels, met stip gevolgd door maïsglutenvoer en tarwegistconcentraat.
Duurzaamheid
Bij de productie van vochtrijke voedermiddelen wordt bespaard op droogkosten. Een toenemend aantal fabrikanten hebben hun productieprocessen aangepast en producten die voorheen als voedermiddel werden afgezet nu bestemd als grondstof voor alcohol, bio-ethanol en biogas. De productie van bio-ethanol uit tarwezetmeel had in 2009 een significant effect op de afname van tarwezetmeel voor de varkenshouderij en een verdere toename van tarwegistconcentraat. Vooral door de opstart van bio-ethanol fabrieken in Duitsland en België 2009 was er een grote toename van het aanbod van tarwegistconcentraat. Als gevolg van de goede bedrijfsstructuur van de Nederlandse veehouderij en de vergaande expertise en ervaring met het gebruik van vochtrijke diervoeders zijn veel van deze producten in Nederland afgezet, volgens het OPNV. Verder wordt voor de extra productie van tarwegistconcentraat in toenemende mate een bestemming gevonden in de rundveehouderij, zo blijkt.