Het overleg prijsindicaties varkenshouderij heeft de uitgangspunten en normen voor de bedrijfsbegrotingen voor de lange termijn vastgesteld. Deze normen worden gebruikt bij bedrijfsbegrotingen en bij aanvragen voor het borgstellingfonds. ASG heeft in opdracht van het Productschap Vee en Vlees de begrotingen uitgewerkt.
Uit het onderzoek blijkt dat de sterk gestegen voerprijzen van 2006 inmiddels weer zijn gedaald, maar niet tot het niveau van destijds. De onderzoekers hebben hun berekeningen daarom gebaseerd op een structureel hogere voerprijs. Daarnaast wordt verwacht dat de voermarkt de komende jaren met grotere schommelingen te maken krijgt. In de rekenschema's voor de varkenshouderij is een langjarig hogere voerprijs opgenomen.
Op basis van de rekenschema's is het saldo voor de lange termijn voor de zeugenhouderij vastgesteld op € 320 per gemiddeld aanwezige zeug per jaar en voor de vleesvarkenshouderij op € 65,- per jaar (exclusief omzetbelasting en berekende rente). De biggenproductie per zeug is in de begroting vastgesteld op 26,0. Voor de komende jaren wordt een verdere stijging verwacht. Voor de vleesvarkenshouderij zijn de technische resultaten gelijkgehouden aan vorig jaar. Alleen de uitval is scherper gesteld naar 2.4%.
De afzetkosten van mest zijn niet in het saldo opgenomen, maar blijft een punt van aandacht in begrotingen. Op basis van de genoemde uitgangspunten is de begrotingsnorm voor kosten voor mestafzet naar derden middels lange transportafstanden op € 15,00 per m3 excl. BTW gesteld inclusief de kosten voor afzetovereenkomsten, mestbewerking, tussenopslag, rechten, wegen en bemonstering. De mestafzetkosten moeten regionaal en bedrijfsspecifiek worden begroot.
De normen en de uitwerking van de normen worden gepubliceerd in de bundel ‘Kwantitatieve Informatie Veehouderij 2009-2010 (KWIN-V 2009-2010)', een uitgave van de Animal Sciences Group. Deze komt omstreeks augustus beschikbaar.
Op de website van ASG kunt u alvast meer informatie vinden onder "normen en economische waarderingen".
