Ga naar hoofdinhoud

Betere prestaties door herkenning van aroma

Bij varkens wordt de overgang van moedermelk naar vast voer vaak gekarakteriseerd door een lage voeropname, een dip in de groei en het optreden van diarree bij pasgespeende biggen. Herkenning van aroma's uit het zeugenvoer leidt tot betere prestaties en verminderde stress na spenen bij biggen. Dat blijkt uit de eerste resulaten van een onderzoekers van de leerstoelgroepen Adaptatiefysiologie en Diervoeding van Wageningen Universiteit. In een project, dat nog tot eind 2011 loopt, wordt onderzocht of biggen van de zeug kunnen leren eten.

In eerste instantie is gekeken naar de effecten van blootstelling aan smaak en geur uit het voer van de zeug tijdens dracht en lactatie, via vruchtwater en moedermelk. Herkenning van aroma's uit het dieet van de moeder leidt bij verschillende diersoorten tot verhoogde acceptatie van voedsel met dezelfde aroma's rondom het spenen.

Anijs
In het onderzoek werd anijs toegevoegd aan het zeugenvoer tijdens de laatste twee weken van de dracht, tijdens lactatie, tijdens dracht en lactatie of helemaal niet. Op deze manier werden biggen voor en/of na de geboorte al dan niet blootgesteld aan anijsaroma. Uit gedragstesten tijdens lactatie bleek dat de biggen die via het vruchtwater of de moedermelk waren blootgesteld aan anijsaroma, dit aroma inderdaad herkenden. De herkenning was het duidelijkst in de biggen die voor de geboorte waren blootgesteld aan anijsaroma.

Hogere groei
De biggen werden gespeend op 25 dagen en kregen de keuze uit controlevoer of identiek voer met anijsaroma, om zo hun voorkeur te kunnen bepalen. Groei, voeropname, het optreden van diarree, en gedrag werden bepaald over een periode van 2 weken. De biggen die voor de geboorte waren blootgesteld aan anijs, of zowel voor als na de geboorte, hadden een hogere groei in de eerste 5 dagen na spenen, en waren op twee weken na spenen een halve kilo zwaarder. Deze biggen aten ook meer in de eerste 5 dagen na spenen, hoewel ze geen duidelijke voorkeur hadden voor het anijsvoer, en hadden minder last van diarree (1,9 dagen gemiddeld versus 2,8 dagen bij de andere biggen).

Minder stress en onrust
Bovendien gingen biggen die al in de baarmoeder waren blootgesteld aan anijs minder snel vechten na spenen, en lieten ze in de weken na spenen minder manipulatief gedrag (oor-, staart-, poot-, flankbijten, buikmassage) en bespringen zien, wat wijst op verminderde stress en onrust in deze groepen. Hoewel met name blootstelling vóór de geboorte effect had op groei en voeropname na spenen, leken gezondheid en welzijn beter van de groep biggen die zowel in de baarmoeder als tijdens de lactatie (via moedermelk) was blootgesteld aan anijs.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Abonneer je nu op de nieuwsbrief

 
Feedback