Wat betreft de zuivelproductieketen wordt het meeste energie verbruikt bij de productie van diervoeder. Maisglutenvoermeel, sojaschroot en -hullen zorgen voor het meeste verbruik en de hoogste uitstoot van broeikasgassen, meldt SenterNovem.
Op jaarbasis stoot de gehele productieketen van de Nederlandse melkveehouderij 15 Megaton CO2 aan broeikasgassen uit. Dat is 30 procent van de gehele Nederlandse CO2-uitstoot. De broeikasgassen ontstaan gedeeltelijk door het opwekken van energie uit fossiele bronnen maar ook door de uitstoot op de melkveebedrijven.
SenterNovem heeft onderzoek gedaan naar het energieverbruik en de uitstoot van broeikasgassen bij de productie van diervoeder. Doel is om de duurzaamheidsdiscussie binnen de melkveehouderij te voeden. Diverse mengvoerfabrikanten en zuivelcoöperatie Cono willen samen komen tot een meer duurzame vorm van voeren. Van het totale energieverbruik in de zuivelketen gaat 34 procent naar de melkveevoederproductie, 28 procent gaat naar de melkverwerking en 14 procent naar de melkveehouderij.
Binnen de melkveevoerproductie levert de productie van mengvoer tweederde aan het energieverbruik. Dat hangt vooral samen met de teelt, verwerking en transport van de grondstoffen. Het energiegebruik in de teeltfase en het gebruik van kunstmest zijn kleinere posten. Bij de melkverwerking geeft de productie van melkpoeder het meeste energieverbruik (18 van de 28 procent). De productie van kaas zorgt voor 8 van de 28 procent.
Bij de emissie van broeikasgassen vormt de melkveehouderij met tweederde verreweg de belangrijkste bijdrage aan het totaal. De methaanemissie door pensfermentatie en de lachgasemissies vanwege bemesting en bodemprocessen zijn samen met 54 van de 67 procent verreweg de belangrijkste emissiebronnen. De melkveevoederproductie zorgt voor 17,3 procent van de totale emissie van broeikasgassen in de zuivelketen.