Er zijn te weinig grondstoffen beschikbaar om vanaf 2012 alle biologische voeder van 100 procent biologische grondstoffen te voorzien. Dat concludeert het Deense Landbouwkenniscentrum.
Duur
Vanaf 2012 moet biologische voer voor 100 procent uit biologische grondstoffen bestaan. Eiwitrijk voer met een goede aminozuursamenstelling produceren vormt een uitdaging. Op Europees niveau is de behoefte aan eiwitten voor varkens en pluimvee samen veel groter dan wat er aan biologische eiwitrijke grondstoffen beschikbaar is. En wat beschikbaar is, wordt ook ingezet voor humane toepassing. Daardoor zijn die grondstoffen duur. Dat concludeert het Deense Landbouwkenniscentrum.
Ruw eiwit
Het Deense Landbouwkenniscentrum heeft uitgezocht hoeveel hoogwaardig biologisch eiwit nodig is op Europese schaal. Nodig zijn eiwitbronnen met een ruw eiwitgehalte boven 20 procent waarvan minimaal 2 procent methionine en minimaal 3,5 procent lysine. Interessante bronnen zijn dan soja, maiseiwit, aardappeleiwit, raapzaad en zonnebloempitten.
Alternatieven
Geconcludeerd wordt dat er te weinig grondstoffen beschikbaar zijn en dat hennepzaad, raapzaad en zonnebloempitten belangrijk worden. Een goede balans in het voer is echter lastig. Gezocht moet worden naar nieuwe eiwitbronnen zoals algeneiwit, vliegenlarven en mosseleiwit.