Vorig jaar namen Dinnissen Process Technology, Vitelia Voeders, Imtech Food & Feed en hogeschool HAS Den Bosch het initiatief te onderzoeken of de ontwikkeling van een Feed Design Living Lab (FDL) haalbaar was.
Doel van het Living Lab is een self-supporting voorziening (-pilot plantscale-) tot stand te brengen waarin ondernemers en kennisinstituten, docenten en studenten door middel van kennisuitwisseling en kennisontwikkeling komen tot nieuwe producten en productietechnieken in de wereld van diervoeding. Het FDL heeft vier kerntaken; de proefkeuken, testfaciliteiten, toepassen van sensoren en meettechnologie en trainings- en opleidingscentrum.
Uit het verkennende marktonderzoek, opdracht van initiatiefnemers uitgevoerd door HAS KennisTransfer, blijkt dat bedrijven binnen de feedsector zichzelf een (krappe) voldoende geven op het gebied van innovatie. Alhoewel innovatie binnen veel bedrijven één van de speerpunten is blijkt de innovatie wel traditioneel geschoold. Innovatie is primair gericht op kostprijs.
Belangrijke andere innovatiethema's uit het onderzoek zijn:
– het kwantificeerbaar maken van een duurzaam voer / veehouderij (de uitstoot van CO2 en energie gebruik binnen productieprocessen en op dierniveau);
– het ontwikkelen van nieuwe eindproducten gericht op een hogere voedingswaarde en verteerbaarheid in relatie tot een lagere CO2- en mest uitstoot;
– het effect van de technologische keuzes op dierprestaties;
– craddle to craddle: meer aandacht voor complete vierkantsverwaarding van rest- en grondstofstromen;
– de zoektocht naar alternatieve beschikbare grondstoffen (bijvoorbeeld restproducten uit de tuinbouw zoals wortel-, tomaten- en paprikapulp).;
– de toepassing van gezondheidsbevorderende middelen zoals antioxidanten, bèta-carotenen, probiotica's en omega-3 vetzuren
Haalbaarheidsonderzoek
De respondenten geven aan behoefte te hebben aan (onafhankelijke) R&D faciliteiten en scholingsmogelijkheden om innovaties uit te werken. Daarbij geeft 95 % van de respondenten aan de doelstellingen van het FDL te ondersteunen. Naar aanleiding van de uitgevoerde marktanalyse lijkt er dus voldoende draagvlak om de realisatie van een FDL te kunnen rechtvaardigen. Hiermee wordt de hypothese van het samenwerkingsverband bevestigd.
De vraag is nu hoe de kans een krappe voldoende om te zetten in een negen gegrepen kan worden. Om de negen te realiseren dienen bedrijven nog de omschakeling te maken en doordrongen te worden van de noodzaak van langdurige en specifieke innovaties. Alhoewel bedrijven instemmen omtrent de noodzaak van duurzame innovaties blijven ze toch sterk gericht op ‘ad hoc' en kostprijs gedreven innovaties. Co-innovatie binnen de sector, noodzakelijk, om een dergelijk lab succesvol op te starten is de volgende uitdaging.
Hoe verder?
Samen met een aantal stakeholders onderzoeken de partijen nu hoe de ambitie in de praktijk te realiseren is. Gewerkt wordt aan het tot stand kom van een bedrijfsplan als basis voor de verdere ontwikkeling van het FDL.
Vanaf eind 2009 wordt een eerste pilot uitgevoerd waarin diverse stakeholders gaan samenwerken aan nieuwe diervoeders gebruik makend van bestaande faciliteiten. Studenten van hogeschool HAS Den Bosch gaan werken aan innovatieve voeders met de modernste technieken. De resultaten van dit pilot project worden gepresenteerd tijdens de heropening van de locatie Vitelia IJsselstein in het voorjaar van 2010.