Fefac-voorzitter Patrick Vanden Avenne presenteert de Europese Commissie (EC) naar aanleiding van de recente vondst van dioxine in diervoeder, een plan van aanpak om dergelijke incidenten in de toekomst te voorkomen.
Monitoringplan
Dit plan bestaat uit twee delen: ontwikkelingen van een onderzoeksprotocol voor dioxine en herziening van de registratievereisten voor bedrijven die vetten mengen.
Vanden Avenne lichtte het plan toe tijdens de tweede bijeenkomst met de EC waarin de dioxineverontreiniging in Duitsland werd besproken. "Als klanten van vetleveranciers en -mengers moeten we alle noodzakelijke maatregelen en effectieve acties ondernemen die kunnen helpen een dergelijk voorval in de toekomst te voorkomen", aldus Vanden Avenne. Fefac stelt daarom voor een door de industrie beheerde monitoringplan voor dioxine in te stellen, in combinatie met specifieke juridische vereisten voor vergunningverlening aan vetmengers. Momenteel hoeven vetmengers zich alleen maar te registreren volgens de EU Feed Hygiene Regulation.
Eerder voorval
Fefac drong in 2009 ook al bij de EC aan op extra maatregelen. Aanleiding was toen de vondst van dioxine in Iers broodmeel. "Destijds hebben we verzocht om alle bedrijven waar zowel feed en food als ook non-feed producten werden geproduceerd op dezelfde locatie, aan te merken als bedrijven met een hoog risico. Daarbij hoort dan een ander controleprotocol, dan wanneer er sprake is van gescheiden productielocaties", aldus Vanden Avenne. "Een strikte scheiding van technische vetten en voedervetten is een vereiste voor dit type bedrijven."
Monsters
Per jaar worden volgens Fefac zo'n 25.000 monster genomen die worden gecontroleerd op aanwezigheid van dioxine en PCB's, zowel in de grondstoffen als in samengestelde voeders. Via een van deze routinecontroles is de Duitse verontreiniging aan het licht gekomen. "Door binnen de sector zelf opgelegde controle", benadrukt de Fefac-voorzitter. Gebruikte voedervetten en oliën maken deel uit van dit controleprogramma. Toch dringt Fefac aan op verfijning van de aanwezige controleprogramma's. Nieuw aan het voorstel is met name dat in heel Europa gestructureerd onderzoek wordt gedaan naar dioxine in vetten en oliën, en producten die deze ingrediënten bevatten.
Advies Nevedi
In het kader van verhoogde waakzaamheid adviseert Nevedi al haar leden om alleen dierlijk vet te gebruiken waarbij de leverancier de garantie geeft, in de vorm van een analyse-uitslag, dat de dioxine-norm niet wordt overschreden. De diervoederindustrie wil risico's bij de toelevering van diervoedergrondstoffen voor 100 procent uitsluiten, stelt Nevedi-directeur Henk Flipsen. "Wij zijn het beu dat er door mankementen in de toelevering, de betrouwbaarheid van de diervoederindustrie in twijfel wordt getrokken. Wij willen alle risico's op verstoring in de voedingsketen en de gevolgen voor de afzet van vlees, melk en eieren uitsluiten."
