Wereldwijd wordt steeds meer vis gekweekt. Het LEI heeft onderzocht waarom de viskweek in Nederland achteruit is gegaan, maar merkt daarbij wel op dat er kansen liggen op het gebied van visvoerproductie. "De huidige kwekers zouden op bepaalde punten, zoals de toegang tot kennis, beter gefaciliteerd kunnen worden", zeggen de onderzoekers. Een mogelijkheid voor verdere ontwikkeling is een doorgroei naar een sector waarbij naast de vis ook producten als visvoer, kennis, systeeminnovaties en uitgangsmateriaal vermarkt worden.
Achteruitgang viskweek
Over de achteruitgang van de Nederlandse viskweek zeggen de onderzoekers dat blijkt dat er in het algemeen onvoldoende aansluiting is van de productie bij de vraag van de consument. Daarbij kiest de consument als gevolg van de economische crisis in plaats van verse vis vaker voor goedkopere alternatieven als diepgevroren of ontdooide vis. Deze ontdooide vis zorgt voor "oneerlijke" concurrentie met verse vis. In Nederland is er verder relatief veel aandacht voor dierenwelzijn en een relatief streng toetsingskader voor te houden soorten.
Visvolume
Volumes van in Nederland gekweekte vis zijn te klein om te kunnen voldoen aan de vraag van supermarkten en groothandel, zeker in vergelijking met geïmporteerde diepvriesvis. Daarnaast vormt een gebrek aan samenwerking tussen -veelal- kleinschalige bedrijven een barrière voor de mogelijke oplossing van deze problemen. In Nederland zijn de natuurlijke omstandigheden voor viskweek niet optimaal en er wordt gekweekt in dure systemen die de afgelopen jaren nauwelijks zijn verbeterd. Verder kenmerkt Nederland zich in verhouding tot voornamelijk Aziatische concurrenten door relatief hoge arbeidskosten. Ook blijkt het voor een aantal ondernemers moeilijk te zijn om (kostprijsverlagende) investeringen gefinancierd te krijgen. Ten slotte geldt ook hier dat beschikbare kennis, die zou kunnen leiden tot een verlaging van de productiekosten, moeilijk toegankelijk is.