De huidige hoge prijzen voor voedsel, olie en veel andere grondstoffen wijzen op toenemende schaarste. Vooral slecht functionerende markten en verkeerde beleidreacties spelen een belangrijke rol.
PBL
Het Planbureau voor de Leefomgeving komt tot de conclusie dat schaarste weinig te maken heeft met het opraken van voorraden. Deze conclusie trekt het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) in de analyse ‘Scarcity in a Sea of Plenty? Global Resource Scarcities and Policies in the European Union and the Netherlands'. Aanbieders hebben vaak moeite om de onstuimige groei in vraag in opkomende economieën te volgen. Hierdoor ontstaat krapte op de grondstoffenmarkt. Dit leidt tot hoge prijzen en bovendien tot schommelingen in de prijs.
Monopoliemacht
Ook de toenemende monopoliemacht van aanbieders heeft een prijsopdrijvende werking.
Argentijnse beperkingen op de uitvoer van graan als reactie op hoge voedselprijzen hebben geleid tot hogere graanprijzen in de rest van de wereld. Chinese exportrestricties voor zeldzame aardelementen maken het voor Europa duurder om nieuwe en schone technologieën toe te passen, waarvoor deze elementen nodig zijn.
Koppeling
Uit de PBL-analyse blijkt dat schaarste aan de ene grondstof vaak samenhangt met schaarste aan een andere grondstof, en deze verergeren of zelfs veroorzaken. Zo leiden hoge energieprijzen tot hoge voedselprijzen, omdat transport en kunstmest duurder worden. Ook maakt een hoge olieprijs biobrandstoffen aantrekkelijker. Een toenemende vraag naar biobrandstoffen uit maïs en graan leidt tot hoge voedselprijzen en extra voedselschaarste.
Voldoende voorraad
Voor de meeste grondstoffen zijn de wereldwijde voorraden voldoende groot om de komende decennia aan de toenemende vraag te kunnen voldoen. Die voorraden zijn echter niet gelijk verdeeld over de wereld; ze bevinden zich vaak in een beperkt aantal landen. In Europa neemt daardoor de afhankelijkheid van importen toe. Dit voedt de angst voor afnemende voorzieningszekerheid.