Er zijn aanwijzingen dat het verstrekken van strooisel in de vroege opfokperiode van leghennen bijdraagt aan een vermindering van verenpikgedrag in de legperiode. Dat is het resultaat van een onderzoek, uitgevoerd door Wageningen UR Livestock Research en gefinancierd door het ministerie van LNV en het Productschap Pluimvee en Eieren (PPE). In een vervolgproef wordt geprobeerd daarvoor hardere bewijzen te krijgen.
Reduceren verenpikken
In het kader van het Plan van Aanpak Ingrepen bij Pluimvee heeft Wageningen UR Livestock Research een proef uitgevoerd om te bepalen of strooisel tijdens de vroege opfokperiode (tot drie weken leeftijd) het risico op het ontwikkelen van verenpikken vermindert.
De resultaten leidden tot de conclusie dat er aanwijzingen zijn dat hennen die in de vroege opfokperiode geen strooisel ter beschikking hadden, eerder de neiging hebben om over te gaan tot verenpikken in de legperiode dan hennen die wel de beschikking hadden over strooisel in de vroege opfok. Er wordt momenteel een vervolgproef uitgevoerd waarin wordt geprobeerd verenpikken te induceren, zodat hardere uitspraken kunnen worden gedaan over de eventuele preventieve werking van strooisel tijdens de vroege opfok op de ontwikkeling van verenpikken.
Resultaten
Er werd duidelijk meer bodempikken waargenomen tijdens de vroege opfokperiode (tot drie weken leeftijd) wanneer de hennen gehuisvest waren op zand of houtkrullen dan wanneer ze werden gehouden op kuikengaas of kuikenpapier. Tijdens de opfokperiode werd nauwelijks beschadigend verenpikken waargenomen bij alle proefgroepen. Aan het einde van de opfokperiode hadden de proefgroepen die eerst op kuikengaas hadden gezeten de meeste veerbeschadigingen.
Ook tijdens de legperiode ontstond er weinig beschadigend verenpikken. Daarom was het lastig harde conclusies te trekken over het preventieve effect van strooisel tijdens de opfokperiode op de ontwikkeling van verenpikken. Toch hadden de proefgroepen die eerst op gaas hadden gezeten de meeste veerschade aan het einde van de legperiode. Ook was op 40 weken leeftijd minder mild verenpikken te zien bij de groepen die altijd op houtkrullen hadden gezeten dan bij de groepen die eerst op kuikenpapier of kuikengaas hadden gezeten.
Proefopzet
Opfokhennen (Lohmann Brown Lite, onbehandelde snavels) werden de eerste drie weken gehuisvest op kuikengaas, kuikenpapier, houtkrullen of zand, en vanaf drie weken allemaal op houtkrullen of zand. Zes behandelingscombinaties werden getoetst: kuikengaas – zand, kuikengaas – houtkrullen, kuikenpapier – zand, kuikenpapier – houtkrullen, altijd zand, altijd houtkrullen. De hennen werden gehuisvest in groepjes van 24 (opfok) of 12 (legperiode) in hokken met een strooiselruimte, beun, zitstokken en legnesten. Per behandelingscombinatie waren er 10 hokken. Gedrag werd waargenomen tot het einde van de proef op 40 weken leeftijd, en veerbeschadigingen werden gescoord op 16 en 40 weken leeftijd.