Het ministerie van Vrom heeft op verzoek van de Europese Commissie een studie gedaan naar broeikasgasemissies bij de teelt van biobrandstofgewassen. Elke EU-lidstaat heeft eenzelfde soort studie moeten uitvoeren. De studie bevat een lijst van Nederlandse provincies, waarin de typische broeikasgasemissies als gevolg van de teelt van agrarische grondstoffen voor biobrandstoffen staan aangegeven. De Nederlandse lijst is opgesteld voor korrelmais, winterkoolzaad, suikerbiet en wintertarwe.
Parameters
Het LEI heeft ten behoeve van deze studie en met hulp van PRI en PPO-agv parameterwaarden verzameld, berekend en gepresenteerd in het rapport 'Dutch energy crops; Parameters to calculate greenhouse gas emissions in 2011'. Hiermee kunnen de emissies worden berekend over de gehele keten van bio-energieproductie.
Per gewas, regio en grondsoort zijn de volgende parameters verzameld: gewasarealen, opbrengsten van hoofd- en bijproduct, hoeveelheid zaaizaad, bemestingsniveaus N, P, K en CaO, hoeveelheid gewasbeschermingsmiddelen (kg actieve stof), brandstofverbruik en N2O-emissie uit de grond.
Uitstoot
Op basis hiervan heeft Agentschap NL de uitstoot van broeikasgassen berekend. De berekeningen laten zien dat voor korrelmais, winterkoolzaad en suikerbiet in alle provincies de typische broeikasgasuitstoot lager is dan de standaardwaarden.
Voor wintertarwe is deze alleen lager bij teelt in de provincie Limburg. Bij de andere provincies zijn de emissies voor dit gewas hoger. Dit betekent dat voor wintertarwe, geteeld in Nederland, met uitzondering van de provincie Limburg, een broeikasgasemissieberekening van de teelt dient te worden gemaakt als men dit gewas wil gebruiken voor de productie van biobrandstof. Voor de drie andere gewassen is dit niet nodig.
Bron: LEI Wageningen