Het Federaal Agentschap voor de veiligheid van de voedselketen (FAVV) erkent de equivalentie tussen de Feed Chain Alliance Standaard (de vroegere GMP-regeling) en de Autocontrolegids Diervoeders (G-001). Beide standaarden mogen nu op één certificaat staan. Bedrijven hoeven dus geen afzonderlijk certificaat meer te bezitten voor de Autocontrolegids Diervoeders. “Zo vermijden ze bijkomende kosten”, zo stelt Ovocom.
Voorwaarden
In de toekomst zal het niet meer noodzakelijk zijn een afzonderlijk certificaat te bezitten voor de Autocontrolegids Diervoeders. Hierdoor worden eventuele bijkomende kosten vermijdt. Er zijn wel enkele voorwaarden waar bedrijven rekening mee moeten houden. Alle activiteiten van het bedrijf moeten bijvoorbeeld worden gedekt door het Feed Chain Alliance-certificaat. De voordelen van de certificatie zijn met name een bonus op de jaarlijkse FAVV-bijdrage en een lagere frequentie van inspecties.
Specifieke versie
De eisen van de Autocontrolegids Diervoeders zijn volledig vervat in de documenten van de Feed Chain Alliance (FCA) Standaard (voorheen GMP Dierenvoeders). Deze equivalentie geldt voor een specifieke versie van beide auditreferentiëlen. Op de website kunnen bedrijven zien voor welke versie deze equivalentie geldt. “Voorlopig is de equivalentie enkel toepasbaar door bedrijven die geen gebruik maken van de multisite structuur, die geen audit in onderaanneming van een andere certificatie-instelling hebben ondergaan en bedrijven die geen gebruik maken van een apart facturatieadres, dat op het FCA-certificaat wordt opgenomen. Deze FCA bedrijven kunnen voorlopig dus geen gebruik maken van dit systeem. Indien een bedrijf het wenst, is het uiteraard vrij om enkel te kiezen voor de Autocontrolegids Diervoeders”, aldus het FAVV
