Insectenbedrijf Protix en Agrifirm Feed hebben het afgelopen jaar op het legpluimveebedrijf van de broers Léon en Wilco Jansen (EKOZ Pluimvee), een proef uitgevoerd met het voeren van levende larven aan leghennen. De eerste fase van de proef is afgerond en de resultaten zijn positief, meldt Agrifirm. De eiproductie van de proefgroep is hoger, de voerconversie gunstiger en het uitvalpercentage in de proefgroep is duidelijk lager dan de uitval in de controlegroep.
De proef is uitgevoerd met enkele honderden Bovans Bruin-scharrelhennen, de controlegroep op hetzelfde bedrijf had dezelfde herkomst en waren vrije uitloophennen.
Verschil vanaf 60 weken
Vanaf een leeftijd van 26 weken tot 86 weken leeftijd voerde de pluimveehouder insectenlarven aan de scharrelhennen. Léon Jansen: ” De proefgroep kreeg 80% kernvoer en 20% levende larven van de Black Soldier Fly. De op uitsluitend plantaardige reststromen gegroeide larven werden door Protix geleverd, Agrifirm Feed verzorgde het sojavrije kernvoer. In het begin van de ronde was er geen verschil tussen de controlegroep en de productie van de scharrelhennen gevoerd met levende larven. Vanaf 60 weken was de productie van de proefgroep duidelijk hoger.”
Nieuwe eiwitrijke grondstoffen
Agrifirm Feed en Protix zijn tevreden met de resultaten van de insectenproef. Tarique Arsiwalla van Protix: “Insecten bestaan uit eiwit, olie, chitine en diverse micronutriënten en kunnen daarmee – vanuit voederwaardeperspectief ‒ uitstekend een deel van het mengvoer vervangen. We produceren de larven lokaal. Dit draagt bij aan de verduurzaming van grondstofstromen.
“Albert van den Belt, director Innovatie & Nutritie bij Agrifirm: “Wij onderzoeken voortdurend de mogelijkheden van nieuwe eiwitrijke grondstoffen. Agrifirm heeft eerder verterings- en performanceonderzoek gedaan met verschillende soorten insecten en heeft in die trajecten vergelijkbare effecten gezien als in de praktijkproef bij EKOZ.”
Vervolgtraject
De komende maanden wordt de proef verder uitgebreid: EKOZ onderzoekt de mogelijkheden om het aantal hennen op de huidige locatie op te schalen. Léon Jansen: “Ik denk dat op basis van een meerprijs voor de eieren, productie haalbaar is. Daartoe zetten we nu de eerste stappen.” Albert van den Belt: “Wij staan zeker open voor vervolgproeven en samenwerking om het potentieel van levende insecten als voer voor pluimvee verder te onderzoeken.”
