Koeien die verblijven op Dairy Campus in Leeuwarden, krijgen vanaf 8 juli zeewier in het rantsoen. In de stal worden drie soorten wieren geserveerd die in kleine doseringen bij het voer gaan, om de effecten op de methaanproductie te meten per wiersoort.
Aanleiding
Uit een recent onderzoek door Wageningen Livestock Research in samenwerking met deelnemende partijen, is gebleken dat enkele zeewiersoorten een significant reducerend effect hebben op de methaanproductie van koeien in een laboratoriumomgeving.
Eerste bevindingen
In het laboratorium is gebruik gemaakt van de pensvloeistof van verschillende koeien en daaraan zijn graskuil en een kleine hoeveelheid zeewier toegevoegd. Deze eerste resultaten tonen aan dat het zinvol is om een stap te maken naar echte koeien en te onderzoeken of de zeewieren daar vergelijkbare resultaten laten zien.
In dit onderzoek zijn in totaal elf soorten zeewieren getest, alle soorten komen van nature voor in Europa, oftewel de noordelijke Atlantische Oceaan en de Noordzee.
Onderzoek
De koeien krijgen ongeveer 10 weken de tijd om zeewier te eten. Tijdens deze 10 weken wordt er niet alleen gelet op de methaanproductie van de koeien, maar wordt er onder andere ook gekeken naar de voeropname, melkgift en diergezondheid. Door te letten op meerdere aspecten kunnen volgens de onderzoekers betere conclusies worden getrokken die voor de praktijk relevant zijn.
Knelpunten
Het onderzoek maakt deel uit van het POP3 project Zeewier in een gezonde melkveehouderij waarin de praktische toepassing van zeewier in de melkveehouderij wordt onderzocht. Samen met een breed consortium van bedrijven worden knelpunten onderzocht van zeewierteelt tot en met smaak van de melk.


