Evonik en BASF zijn een overeenkomst aangegaan waarbij Evonik bepaalde licentierechten krijgt op Opteinics – de digitale oplossing van BASF om de ecologische voetafdruk van de diervoeder- en dierlijke eiwitindustrie te verkleinen.
Evonik integreert het digitale duurzaamheidsplatform Opteinics in zijn wereldwijde voeradviesdiensten. Door Evoniks landbouwmanagementtools en duurzaamheidsdiensten te combineren met Opteinics kunnen klanten worden geholpen om duurzamer voer en dierlijke eiwitten te produceren.
Milieu-impact dierlijke eiwitten meten
Opteinics is een softwareoplossing die in 2021 door BASF is gelanceerd om de milieu-impact van dierlijke eiwitten te meten, analyseren en minimaliseren, met de nadruk op de productie van diervoeder. De software biedt modules voor de varkens- en pluimveeproductie en kan worden geïntegreerd met voerformuleringssoftware.
Richtlijnen
Opteinics voor varkensvlees is onlangs volledig geverifieerd om te voldoen aan de ISO 14040 en 14044 LCA-normen, evenals aan de richtlijnen van het UN Food & Agriculture Organization Livestock Environmental Assessment & Performance Partnership (LEAP). Toepassingen voor de zuivelwaardeketen en voor de optimalisatie van mengvoermengsels volgen binnenkort.
Met het gebruik van Opteinics kan Evonik de veehouderij nog beter ondersteunen om aanzienlijke vooruitgang te boeken bij het bestrijden van klimaatverandering, het beschermen van ecosystemen en het waarborgen van gezondheid en welzijn bij het bereiken van duurzame voedselproductie.
Duurzaamheidsoplossingen
“We nemen BASF’s gebruiksklare software Opteinics op in onze uitgebreide duurzaamheidsoplossingen”, zegt Dr. Stefan Mack, Head of Service Marketing bij Evonik’s Animal Nutrition business line. “Samen met Evonik’s wereldwijde adviesdiensten voor diervoeders op het gebied van duurzaamheid, zal het helpen om deskundige kennis te leveren, gebaseerd op tientallen jaren expertise, onderzoek en uitgebreide gegevens.”
BASF en Evonik richten zich op verdere ontwikkelingen in het digitale duurzaamheidsaanbod, omdat ze de dierlijke productiesector willen helpen duurzamer te worden.


