Het GMP+ FSA-systeem is verbeterd naar aanleiding van het furazolidon-incident. In de achterliggende periode heeft GMP+ International het incident met de furazolidon-besmetting in Nederland van medio 2014 geëvalueerd. Ondanks het feit dat de oorzaak en bron van de besmetting niet gevonden is, heeft GMP+ International een aantal lessen getrokken voor verbetering van de waarborging. Een dergelijke besmetting is voor GMP+ International niet acceptabel.
Duidelijkheid veehouder
Ten eerste is het van belang dat het voor de veehouder duidelijk is of een diervoeder onder het GMP+ FSA-certificaat is geproduceerd. GMP wil met een aantal maatregelen herhaling voorkomen.
– Een voorlichtingscampagne aan veehouders moet duidelijk maken waar het GMP+ FSA-certificaat voor staat en waar veehouders bij aankoop van voer op moeten letten.
– Verbetering van de (digitale) uitwisseling van gegevens met kwaliteitssystemen voor de veehouderij door in het registratienummer van GMP+-gecertificeerde bedrijven een code voor de scope(s) op te nemen waarvoor ze zijn gecertificeerd. Dit draagt bij aan effectieve controle van de aanvoer van voeders op het veehouderijbedrijf.
– Aanscherping van de voorwaarden voor gebruik van het GMP+ FSA logo op begeleidende documenten, vrachtbrieven en facturen. Misbruik bij niet-GMP+ FSA-waardige producten zal krachtig worden aangepakt door hier een speerpunt van te maken tijdens de GMP+-audits en de sanctie bij misbruik te verzwaren.
– Invoering van de eis dat een GMP+ FSA gecertificeerd bedrijf uitsluitend onder GMP+ FSA-certificaat voortgebrachte voedermiddelen aan een veehouder mag afleveren. Misbruik zal mogelijk leiden tot onmiddellijke intrekking van het GMP+ FSA-certificaat.
Aanscherping audits
Ten aanzien van de GMP+ FSA audits zijn de volgende acties aan de orde:
– Toekenning van een hoger risicoprofiel aan bedrijven die op dezelfde bedrijfslocatie diervoederactiviteiten combineren met andere non-feed activiteiten (zoals biomassa).
– Juridisch mogelijk maken dat een GMP+-auditor naast de bedrijfsonderdelen m.b.t. diervoederactiviteiten, ook de bevoegdheid krijgt andere bedrijfsonderdelen (non-feed) te inspecteren.
– Verhoging van de minimale audittijden ten aanzien van bedrijven met gecombineerde bedrijfsactiviteiten op dezelfde locatie en handelaren van GMP+ FSA en niet-GMP+ FSA waardige voeders.
– Extra verificatie om vast te stellen dat uitsluitend GMP+ FSA waardige voedermiddelen aan veehouders worden geleverd.
– Casusbespreking van risicovolle situaties met alle certificatie-instellingen tijdens het reguliere harmonisatieoverleg.
