Uit onderzoek in Indonesië door wetenschappers van Wageningen UR blijkt dat het mogelijk is om aan de wereldwijd groeiende vraag naar palmolie te voldoen zonder bossen te kappen. Bovendien kan daarbij de milieu-impact van palmolieproductie dalen. Bestaande plantages kunnen duurzamer en efficiënter worden gebruikt. Dat staat in een artikel van Wageningen World.
Alleen al in Indonesië, de grootste palmolieproducent ter wereld, is in de 21e eeuw meer dan 10 miljoen hectare aan nieuwe oliepalm aangeplant. Vaak ter vervanging van andere gewassen zoals rubber en rijst. Oliepalm levert per hectare meer op met minder arbeidsinzet. Ongeveer een derde van het nieuwe areaal staat op recent ontboste grond en kwetsbaar veengebied. Dat gaat gepaard met verlies aan biodiversiteit en ontwatering. Ontbossing en ontwatering veroorzaken bovendien een forse uitstoot van CO2. De Indonesische overheid heeft om die reden in 2019 een moratorium uitgevaardigd; een verbod op ontbossen voor hout en oliepalm.
Drie ton olie
Toch verdient palmolie beter, stellen de Wageningse onderzoekers Maja Slingerland en Wolter Elbersen. “De oliepalm produceert met 3 ton olie per hectare per jaar veel meer olie dan alternatieven als soja of raap- of koolzaad”, vertelt Elbersen, biomassa-expert bij Wageningen Food & Biobased Research. “Hoewel soja en raap ook waardevolle eiwit-bijproducten leveren.”
“De oliepalm verbruikt bovendien minder mest en minder bestrijdingsmiddelen per liter olie’, vult tropendeskundige Slingerland van de leerstoelgroep Plantaardige productiesystemen aan. Beide onderzoekers werken al jaren in Indonesië met boeren, kennisinstellingen en de overheid aan verbetering van de ecologische en economische positie van de oliepalm.
Ook zonder bossen te kappen of maagdelijke veengrond in gebruik te nemen, is het mogelijk om aan de wereldwijd groeiende vraag naar palmolie voor voedseldoeleinden te voldoen, denken Elbersen en Slingerland.
Opbrengst plantages verbeteren
Zo halen bestaande plantages vaak amper de helft van de theoretische opbrengst, berekenden Slingerland en Indonesische onderzoekers. En die kan sterk verbeteren, blijkt onder meer uit onderzoek dat WUR tussen 2019 en 2023 uitvoerde met de Universiteit van Nebraska-Lincoln en het Indonesische Oliepalm Onderzoekinstituut. Slingerland: “Bij een proefproject in 6 gebieden met elk 200 boeren zagen we dat de productie tot 35% toenam. Boeren gingen beter snoeien, uitgekiender bemesten, wieden en oogsten.”
Teelten combineren
Ook kan volgens de onderzoekers de milieu-impact van palmolieproductie omlaag. Onder meer door op de plantages gecombineerde teelt toe te passen. De betrokken boeren experimenteren bijvoorbeeld met de tijdelijke teelt van gewassen, wanneer de oliepalm na zo’n 25 jaar moet worden vervangen.

Lees meer op de website van Wageningen UR


