De exportwaarde van de Nederlandse oliën- en vettenindustrie is vorig jaar gestegen met 40% naar 22 miljard euro. Dit is een rechtstreeks gevolg van de stijgende grondstofprijzen. Dit blijkt uit een analyse van MVO – de ketenorganisatie voor oliën en vetten op basis van de cijfers van Eurostat, het statistische bureau van de Europese Unie.
In volume stabiliseerde de export. De belangrijkste exportlanden voor de oliën- en vettenindustrie zijn van oudsher Duitsland (35%) en België (20%).
Importwaarde
De totale importwaarde steeg in 2022 met 38% naar 25 miljard euro (2021: 18 miljard euro). Ook deze stijging is vooral te verklaren door stijgende grondstoffenprijzen. In volume steeg de import met 3%.
De Nederlandse oliën- en vettenindustrie is sterk internationaal georiënteerd, waarbij (in volume) 59% van alle grondstoffen en eindproducten van buiten de EU-27 komt. Dit deel vertegenwoordigt een waarde van 13 miljard euro.
Volume zonnebloemolie gehalveerd
Met dank aan de inzet van de Oekraïners kon de terugval van de invoer van zonnebloemolie uit Oekraïne in 2022 worden beperkt tot 309.000 ton. Niettemin was er sprake van meer dan een halvering van het volume (van 551.000 ton in 2021 naar 242.000 ton in 2022).
Het tekort aan Oekraïense zonnebloemolie is voor een belangrijk deel gecompenseerd door aanbod van zonnebloemolie via EU-lidstaten, met name Hongarije. Ook werd er het afgelopen jaar in Nederland bijna 100.000 ton meer zonnebloemzaad gecrusht dan in 2021, waardoor het ontstane tekort aan zonnebloemolie verder kon worden aangevuld.
Sojabonen
Na een turbulente periode waarin bijvoorbeeld de prijzen van geïmporteerde sojabonen uit de VS en Brazilië gemiddeld met 27% stegen, daalden de grondstoffenprijzen van de meeste producten eind 2022 weer naar het niveau van het begin van het kalenderjaar. De Nederlandse invoer van soja uit de VS (44%) en Brazilië (45%) is weer in evenwicht.


