De maisoogsten zullen in de VS dit jaar heel succesvol moeten zijn om de voorraden op het noordelijk halfrond aan te vullen tot niveaus waarop het mogelijk is om een grote schok in de mondiale productie te kunnen opvangen. Dat concluderen de beheerders van het beleggingsfonds DWS Invest Global Agribusiness op basis van rapporten van de Amerikaanse overheid. Die laten zien dat er door de onzekerheden over de oogsten sprake is van een inherente kwetsbaarheid in de wereldwijde dynamiek tussen vraag en aanbod.
Vraag
Vanwege de sterk gestegen vraag gaan boeren meer mais verbouwen. Uit onderzoek van het Amerikaanse agrarische overheidsinstituut USDA komt naar voren dat Amerikaanse akkerbouwers hun zaaiplannen voor mais in 2012 zeven procent hoger zijn dan vorig jaar. Daarmee zou de maisaanplant uitkomen op het hoogste niveau sinds 1937. De groei vindt voor een belangrijk deel plaats in staten die niet traditioneel worden gezien als grote maïsproducenten. De grootste toename wordt verwacht in North Dakota, Minnesota, Iowa, South Dakota en Nebraska.
Voorraad
Tegelijkertijd blijkt uit andere cijfers van de USDA dat de totale maisvoorraad naar schatting 30 procent lager is dan vorig jaar, wat neerkomt op het laagste niveau ooit gemeten. Dit wijst erop dat de vraag afgelopen winter veel hoger was dan verwacht. Dat komt onder meer door de omvang van de veestapel, een stabiele productie van ethanol en een sterke export. De consensusverwachting in de markt was echter dat de prijzen van gewassen tot een niveau waren gestegen dat de vraag zou inperken.
Prijzen
De komende tijd zullen de gewasprijzen moeten stijgen tot niveaus waarop het gebruik zodanig wordt beperkt, dat de voorraden aan het eind van de oogsten op zijn minst hoger zijn dan de minimale vraag van eindgebruikers.
Oogst
Het feit dat er meer mais wordt gezaaid, betekent nog niet dat er daadwerkelijk meer geoogst wordt. Schattingen daarover worden bepaald aan de hand van verschillende factoren, waaronder historische trendgegevens. De ongebruikelijke weersomstandigheden van de afgelopen tijd wijken echter sterk af van historische gemiddelden. Er is nog geen sprake van acute nood, maar deze omstandigheden dragen wel bij aan de onzekerheid over de groei van de gewassen in de zomer en over de uiteindelijke opbrengst van de oogst, concludeert DWS.


