In de periode van 2010 tot en met 2013 hebben deelnemers aan het project Koeien & Kansen de focus gelegd op het verminderen van broeikasgasemissies. Inmiddels zijn de resultaten en de ervaringen gebundeld in het rapport ‘Minder gasvormige emissies op melkveebedrijf’, dat heeft Wageningen UR bekendgemaakt.
Broeikasgasemissie
Volgens Wageningen UR komt de broeikasgasemissie op het melkveebedrijf voor ongeveer 10 procent uit kooldioxide, 25 procent van lachgas en 65 procent van methaan. “De vertering van voer bedraagt 50 tot 55 procent van de totale broeikasgasemissie”, zo luidt één van de conclusies.
In dit project lag de focus op de reductie van methaanemissie. Daarvoor zijn 13 voer- en diermanagementmaatregelen onderzocht op effectiviteit, dat stelt Wageningen UR.
Ongrijpbaar
Uit het rapport van Koeien & Kansen blijkt dat gasvormige emissies ongrijpbaar zijn, waardoor de meeste deelnemers en hun adviseurs het ingewikkeld vinden. “Dat werd aanzienlijk verbeterd door de maatregelen te koppelen aan het verbeteren van de voerefficiëntie en goed diermanagement. Daarmee werden de maatregelen vertaald naar de dagelijkse praktijk, grijpbaar voor de ondernemer, goed uit te voeren en bovendien kosteneffectief”, aldus Wageningen UR. Uit het rapport blijkt dat de deelnemers tegen het feit aanliepen, dat er op bedrijfsniveau veel wisselwerking is: wat goed is voor de reductie van methaanemissie, is niet altijd goed voor de koe. “Ze misten een eenvoudige tool om inzicht in die interacties te krijgen en zo het optimum te bepalen. Daar is dus hulp bij nodig. De voeradviseur kan daarbij een belangrijke partner zijn, maar dat wordt zo nog niet ervaren door de mengvoerindustrie”, stelt Wageningen UR.
Variatie
Volgens Wageningen UR is de bereidheid om reducerende maatregelen in het dagelijkse bedrijfsmanagement op te nemen bij de brede praktijk nog gering. “Dit komt vooral door de grote variatie in bedrijfstypen, waardoor een individuele ondernemer slecht kan beoordelen of een maatregel zinvol en kosteneffectief is voor het eigen bedrijf.” Uit het rapport blijkt dat de deelnemers aangeven dat het doorrekenen van de maatregelen voor voorbeeldbedrijven verbetering kan geven van het begrip, met betrekking tot emissie effect en de economische consequenties van de maatregelen. “Dit is een eerste stap naar bewustwording en dat moet uiteindelijk leiden tot gedragsverandering bij zowel de ondernemer als bij de erfbetreders”, aldus Wageningen UR.


