“De grootschalige productie van larven van de huisvlieg voor veevoer levert nog geen betere klimaatscore op dan soja, omdat de grondstoffen voor de kweek van de insecten nu al een nuttige bestemming hebben”, zo luidt de conclusie van Hannah van Zanten, promovendus bij de leerstoelgroep Dierlijke Productiesystemen van Wageningen Universiteit en Wageningen UR Livestock Research.
Onderzoek
“Van Zanten maakte een levenscyclusanalyse van de grootschalige kweek van huisvlieglarven, die dienen als eiwitbron voor de veehouderij”, stelt Wageningen UR. Volgens Wageningen UR bestaat deze kweek nog niet in de praktijk, want het is nog niet toegestaan om voedselresten aan vliegen te voeren”, aldus Wageningen UR. “Daarom gebruikte Van Zanten gegevens van experimentele huisvlieg-kwekers. De larven van de vliegen worden gekweekt op een mengsel van voedselresten en kippenmest”, aldus Wageningen UR.
Resultaten
Uit het onderzoek bleek dat de klimaatscore van het huisvliegenvoer slechter bleek dat die die van het sojavoer. “Dat komt omdat de grondstoffen voor de kweek nu al een nuttige bestemming hebben. De voedselresten worden vergist, de kippenmest geëxporteerd naar akkerbouwers in Duitsland. Als die bestemmingen wegvallen, daalt de hoeveelheid bio-energie en moet de akkerbouwer kunstmest kopen. Door die indirecte gevolgen neemt het energie- en CO2-gebruik van de insectenkweek flink toe”, aldus Van Zanten.


