Klimaatvriendelijke sojaproductie vormde de rode draad tijdens de 11e editie van de World Soybean Research Conference medio juni in Wenen. Wereldwijd is soja het belangrijkste eiwit- en oliehoudende gewas. Zowel voor food als feed, als voor niet-voedingsproducten is soja belangrijk, betoogt professor Johann Vollmann.

“De massale expansie van de sojaproductie wordt wereldwijd geassocieerd met een stijging van de broeikasgasemissies, ontbossing en het verlies van biodiversiteit”, zegt professor en congresvoorzitter Johan Vollmann tijdens de World Soybean Research Conference.
World Soybean Research Conference
De 11e editie van de World Soybean Research Conference (WSRC11) vond plaats van 18 tot en met 23 juni 2023. Het was de eerste keer dat deze internationale conferentie in Europa plaatsvond. Die keuze is niet geheel toevallig. Tijdens de Wereldtentoonstelling van 1873 in Wenen werd soja voor het eerst geïntroduceerd.
In 1978 schreef de Oostenrijkse wetenschapper Friedrich Haberlandt een eerste boek over zijn extensief veldproefonderzoek op soja. Vandaar verspreidde zich de sojaproductie.
Niet minder dan 706 wetenschappers, producenten, verwerkers, experts en ngo-vertegenwoordigers uit 51 landen namen aan de conferentie deel. Er waren 37 verschillende sessies met samen 155 presentaties. Daarnaast waren er ook 240 poster-presentaties.
Probleem of oplossing?
Is soja een probleem of een oplossing? Dat was de vraag waarop tijdens het congres naar een wetenschappelijk antwoord werd gezocht.

Volgens directeur Jingyuan Xia, van de divisie Plant Production and Protection van FAO, is de sleutelstrategie het optimaliseren van de positieve aspecten en het minimaliseren van de negatieve. Dat betekent volgens hem:
- efficiënt water- en meststoffengebruik
- veerkrachtige en gediversifieerde sojagewassystemen
- innovatieve technologieën, zoals alternatieven voor minerale meststoffen
- een ecologisch nationaal kader en strategieën
- relevante internationale gedragsregels
- standaarden voor goede landbouwpraktijken
- beloningsmechanismen
- financiële steun
Xia pleitte ook voor multi-stakeholder-engagementen, kennisoverdracht en internationale samenwerking.
Eiwittransitie

Voorzitter Matthias Krön van Donau Soja wijst op het feit dat 75% van het globaal gewasareaal bestemd is voor veevoeding. “De wetenschap speelt een cruciale rol in de noodzakelijke transformatie”, zegt hij.
Krön wijst daarbij op de 5 pijlers van de eiwittransitie:
- duurzame en verantwoorde import
- versterking van de productie van peulvruchtgewassen in Europa
- verbeterd gebruik van bestaande en nieuwe eiwitbronnen
- efficiëntie in het gebruik van eiwitten
- gezondere en meer duurzame diëten
‘Samen met andere eiwitbronnen kunnen we in de toekomst 50% van de Europese eiwitbehoefte invullen’
Volgens Krön gaan we in Europa minder vlees eten en staat non-gmo-soja dichter bij de markt. “Samen met andere eiwitbronnen kunnen we in de toekomst 50% van de Europese eiwitbehoefte invullen”, aldus Krön.
Donau Soja
Donau Soja begon in de Donaulanden, maar alle EU soja-producerende landen doen nu mee, evenals Oekraïne, Moldavië, Zwitserland, Bosnië-Herzegovina, Montenegro en Groot-Brittannië. 19 landen ondertekenden de Donau Soy Declaration of de Europe Soy Declaration met als missie de Europese sojaproductie te bevorderen met het oog op de VN-doelstellingen voor duurzame ontwikkeling.
Donau Soja wordt ondersteund door 24 Europese landen. Het is een onafhankelijke non-profit-organisatie, die haar partners en leden ondersteunt om vooruitgang te maken op het vlak van de sociale, ecologische, economische uitdagingen voor soja-, peulvruchten- en eiwitproductie en consumptie. Dit moet de efficiëntie, eerlijkheid en duurzaamheid van de Europese waardeketens van eiwitten voor menselijke en diervoeding vergroten. Slechts 10% van de Europese sojaproductie is vandaag Donau-soja gecertifieerd.
Leopold Rittler van Donau Soja schat dat 90% van de Europese sojaproductie bestemd is voor veevoeding. De sojaolie wordt vooral gebruikt als biobrandstof. Oostenrijk is een uitzondering. Daar gaat 40 à 50% naar humane voeding.
Wetenschap en emotie
In een sessie onder de titel ‘The future of soy is food’ zei de Japanner Atsuto Ono van Someno’s TOFU: “Tofu is goed omdat het gemaakt is met liefde.” Voor Mathilde Alexandre van ProVeg International is het duidelijk: de tijd van vlees eten komt aan zijn einde. “De markt voor plantaardige alternatieven groeit en de consument zal kiezen voor gezonder, duurzamer en meer ethisch verantwoord voedsel.” Voor ProVeg is dat zonder vlees.
‘De markt voor plantaardige alternatieven groeit en de consument zal kiezen voor gezonder, duurzamer en meer ethisch verantwoord voedsel’
Vandaag is ook de Europese soja nog voor 90% bestemd voor veevoeding. De consument, die volgens sommige sprekers geen vlees meer zal willen, zal dan toch zijn aankoopgedrag erg moeten veranderen en kiezen voor duurdere voeding.
Duurzame soja standaarden

In de sessie ‘Policy & Corporate Social Responsibility’ gaf voorzitter Lieven Callewaert van het ‘Collaborative Soy Initiative’ (CSI) toelichting over duurzame sojastandaarden en certificeringen zoals die van Donau Soja en de Round Table of Responsible Soy (RTRS) en benadrukte dat ontbossingsvrije soja een wettelijke regeling krijgt in de EU.
“Of dit de ontbossing zal tegenhouden is maar zeer de vraag”, zegt hij.” Het is één pijler van duurzame ontwikkeling en hopelijk niet de enige focus.” Volgens Ursula Britner van Greenpeace is er meer nodig dan certificering. Zij pleitte voor wetgeving in de producerende landen, complete traceerbaarheid, 30% bescherming van ecosystemen tegen 2030, herstel van 500 miljoen hectare natuurlijk woud, reductie van de productie en consumptie van vlees en zuivelproducten en een handel die de mens en de natuur bevoordeelt en niet de winst. De Braziliaan Guillaume Tessier van World Wildlife Fund (WWF) pleitte voor ontbossings- en conversievrije bevoorradingsketens tegen 2025, transparante naspeurbaarheid, monitorings- en verslaggevings- en verificatiesystemen.
Strategie noodzakelijk

Naast de Vlaming Lieven Callewaert was ook Ruud Tijssens van Agrifirm spreker in de plenaire sessie over Europese Soja. Hij gaf toelichting over Agrifirm en haar doelstelling ‘Verantwoordelijke Voedselketens voor de komende generaties’. Hij zei ook dat de sojaproductie in Nederland terugloopt omdat ze niet voordelig is voor de boer.
‘De sojaproductie in Nederland loopt terug omdat ze niet voordelig is voor de boer’
Wat de eiwittransitie betreft is er volgens Tijssens een plan nodig. Hij wees erop dat volgens de FAO de consumptie van dierlijke eiwitten wereldwijd tegen 2050 met 60% zal stijgen. Een strategie is dus wel degelijk nodig. Daarmee belandde het debat weer met de voeten op de grond. Callewaert wees er tot slot op dat het darmstelsel van een dier beter geschikt is om soja om te zetten in menselijk voedsel, beter dan dat het menselijk darmstelsel dat kan.
Cijfers Europese soja
Een belangrijk gegeven is dat de Europese Unie wat soja betreft slechts voor 8% zelfvoorzienend is. De EU voert 34 miljoen ton soja in, waarvoor 11 miljoen hectare nodig is.
Het EU-sojabonenareaal voor 2023 wordt op 1,1 miljoen hectare geschat. In de VS is dat 3,2 miljoen hectare. In continentaal Europa zou in 2023 5 miljoen hectare worden geteeld, wat vooral te danken is aan een groei van 23% in Oekraïne tot 1,84 miljoen hectare.
In Brazilië wordt in 2023 154 miljoen ton soja geoogst, tegen 156 miljoen ton in 2022. In de VS werd in 2022 116 miljoen ton geoogst, in Argentinië 25 miljoen ton, in China 20 miljoen ton, in India 12 miljoen ton en in Europa 10 miljoen ton. Nog sprekende cijfers: in de EU is 1% van het landbouwareaal gebruikt voor sojaproductie, in Brazilië 46%, in Argentinië 43% en in de VS 33%.
Afhankelijk van import
We zijn dus erg afhankelijk van soja-import. Bovendien moet men rekening houden met het feit dat de geïmporteerde soja uit Brazilië, de VS en Argentinië meer eiwit bevatten. Braziliaans en Indisch sojameel haalt een eiwitgehalte van 48-49%, die van Oekraïne en de Balkan 46%. Bij ons ligt dat nog lager. China is met 98 miljoen ton de grootste soja-invoerder, gevolgd door de EU met 34 miljoen ton en India met 10 miljoen ton. Die soja-invoer is vooral bestemd voor veevoeding.
Europese sojaproductie
De sojaproductie in Europa is sinds 2012 wel gestegen, van 4,5 miljoen ton tot 10 miljoen ton in 2022. Het potentieel zou 15 miljoen ton zijn, een stijging met 50%. Oekraïne is met 3,7 miljoen ton de grootste Europese producent, gevolgd door Rusland met 3,4 miljoen ton, de EU met 2,2 miljoen ton en Servië met 0,4 miljoen ton.
De hoogste productiviteit wordt in Europa bereikt in Italië met 3,06 ton/ha. In Oostenrijk is dat 2,94 ton/ha, in Servië 2,74 ton/ha, in Frankrijk 2,55 ton/ha en in Oekraïne 2,32 ton/ha.
Bio-soja vinden we vooral in Oostenrijk, waar 37% van de sojaproductie (32.000 ha) biologisch is. Italië is met 967.000 ton de grootste EU-producent, gevolgd door Frankrijk (440.000 ton), Roemenië (332.000 ton), Oostenrijk (250.000 ton) en Kroatië (248.000 ton).
In de EU is er een vraag van 6,7 miljoen ton non-gmo-soja, 4,7 miljoen ton in de vorm van sojameel. Van de non-gmo-soja komt 1 miljoen ton uit Oekraïne, 1,5 miljoen ton uit Brazilië, 2,7 miljoen ton uit de EU zelf en 1,5 miljoen ton uit andere landen zoals de VS en Argentinië.