Er is een duidelijk verband tussen de voerhoeveelheid per kg melk en de uitstoot van broeikasgassen. Deze zogenaamde voerefficiëntie is op melkveebedrijven echter erg moeilijk te meten, blijkt uit onderzoek van de Animal Sciences Group.
Een goede meting van de voeropname op bedrijven kan helpen de voerefficiëntie te verbeteren. Een hogere voerefficiëntie werkt kostenbesparend en vermindert ook de uitstoot van broeikasgassen.
Door de verbetering van nutriëntenbenutting is in 2007 gemiddeld op bedrijven al een emissiereductie van 17% bereikt ten opzichte van 1990. Met een combinatie van maatregelen is een verdere emissiereductie te bereiken van 100 tot 200 gram CO2-equivalenten per kg melk. Bij elkaar kan een emissiebeperking van 30% ten opzichte van 1990 worden bereikt.
De meest perspectiefvolle maatregelen zijn vermindering van de kunstmestgift, verlenging van de levensduur van de veestapel en vervanging van aangekocht krachtvoer door droge, enkelvoudige grondstoffen, CCM of Nutex. Verlenging van de levensduur van het vee is niet eenvoudig, maar wel zeer effectief in het beperken van de emissies en in het doen toenemen van het bedrijfsresultaat. Andere maatregelen die de emissie beperken met een soms licht negatief, neutraal of positief effect op het bedrijfsresultaat zijn vermindering van de kunstmestgift, warmteterugwinning, verhogen van het aandeel snijmaïs, vermindering van het N-gehalte van het krachtvoer en het oogsten van iets zwaardere sneden. Het blijkt dat een verhoging van de melkproductie per koe alleen aantrekkelijk is op bedrijven waar die productie nu nog laag is (minder dan 6.000 kg per koe).