Melkveebedrijven binnen het project Koeien & Kansen zagen in 2024 gemiddeld hogere grasopbrengsten, maar lagere maisopbrengsten. Weersomstandigheden speelden een cruciale rol. Dat meldt Wageningen University & Research.
Geen nieuws meer missen? Schrijf je in voor de wekelijkse nieuwsbrief
Gras floreert door natte en warme start
Melkveebedrijven die deelnemen aan het project Koeien & Kansen hebben in 2024 gemiddeld 400 kilogram droge stof (ds) per hectare meer gras geoogst dan in 2023. De gemiddelde opbrengst kwam uit op bijna 11.400 kg ds/ha. Vooral het natte en warme voorjaar en de milde herfst droegen bij aan deze toename.
In tegenstelling tot het droge begin van de zomer in 2023, was 2024 gekenmerkt door overvloedige neerslag en hoge temperaturen in het voorjaar. Hoewel sommige bedrijven hierdoor moeite hadden met het binnenhalen van de eerste snedes, kwam de grasgroei toch snel op gang. Augustus en september waren warm en groeizaam, met een droge oktober als gunstig slot van het groeiseizoen.
Op 9 van de deelnemende bedrijven lag de grasopbrengst in 2024 hoger dan het jaar ervoor. Op bedrijf 15 – gelegen op rivierklei – was sprake van een uitschieter: hier steeg de opbrengst met 50%, mede dankzij een verbeterde inzet van werkzame mest via mestscheiding.
Een uitzondering was bedrijf 12, waar de grasopbrengst sterk daalde. Dit bedrijf stopte in 2024 met melkveehouderij, waardoor de cijfers niet representatief zijn.
Eiwitgehalte gras lager, stikstofopbrengst daalt licht
Ondanks de hogere grasopbrengst was de stikstofopbrengst in het grasland licht gedaald: van 296 naar 290 kg stikstof per hectare. Dit komt voornamelijk door een lager ruw eiwitgehalte in het gras. Vers gras bevatte in 2024 gemiddeld 188 gram RE per kilogram droge stof, tegen 197 gram het jaar ervoor. Ook de graskuil had een iets lager eiwitgehalte.
De daling is mede te verklaren door een veranderde bemestingsstrategie. Er werd gemiddeld minder dierlijke mest gebruikt (27 kg N/ha minder), terwijl het gebruik van kunstmest juist iets toenam (20 kg N/ha meer).
Maisopbrengst onder druk door trage start
Waar gras profiteerde van het natte voorjaar, had de maisteelt er juist last van. De gemiddelde maisopbrengst daalde in 2024 met ruim 900 kg ds/ha ten opzichte van 2023, en kwam uit op circa 16.600 kg ds/ha. Juni en juli waren relatief koel en nat, wat de begingroei van de mais remde.
Op 4 bedrijven daalde de maisopbrengst met meer dan 10%. Bedrijf 9 en proefbedrijf De Marke zagen de opbrengst zelfs met meer dan 35% teruglopen. In beide gevallen speelde een late zaai – eind mei – een belangrijke rol. Ter vergelijking: in 2023 profiteerden deze bedrijven nog van een uitzonderlijk groeizaam seizoen zonder grote neerslagtekorten.
Toch waren er ook positieve uitschieters. Op bedrijf 11, gelegen op droge zandgrond, steeg de maïsopbrengst juist met 35% ten opzichte van het jaar ervoor. De maïs kon er op tijd worden gezaaid en ontwikkelde zich goed, ondanks de relatief koele zomer.
Weersinvloeden bepalend voor oogstresultaten
De cijfers uit 2024 onderstrepen hoe sterk de gewasopbrengsten afhankelijk zijn van het weer. Waar grasland duidelijk profiteerde van het natte en warme groeiseizoen, had maïs meer moeite met de omstandigheden.
De resultaten van het project Koeien & Kansen geven melkveehouders waardevolle inzichten in de impact van klimaat en bemesting op de voerwinning.