BFA reageert vooralsnog terughoudend op het vorige week gepresenteerde Vlaamse stikstofakkoord. “Het akkoord moet nog worden omgezet in een voorstel van decreet”, zegt BFA-managing director Katrien D’hooghe. “Dat bleek bij het akkoord van maart 2023 een zeer moeilijke horde.”
“Tevens moet het nog opnieuw worden voorgelegd aan de Raad van State. Het is zeer belangrijk dat het akkoord ook juridisch robuust is.”
Onzekerheden
“De wijzigingen zoals de beperkte mogelijkheid tot extern salderen en het verdwijnen van de absolute onvergunbaarheidsdrempel bieden iets meer ruimte voor toekomstperspectief ten opzichte van het akkoord van maart 2023, maar de precieze invulling daarvan is nog onzeker”, zegt D’hooghe.
“Hoe zal bijvoorbeeld een passende beoordeling eruit moeten zien? Dit plan geldt nu tot en met 2030. Maar wat daarna? Er is de intentie om gesprekken te starten met de Europese Commissie, maar heeft dit veel kans van slagen? Het akkoord omvat dus nog heel wat onzekerheden.”
Gevolgen Belgische diervoedersector
Volgens D’hooghe staat vast dat de opgave voor de Belgische veehouderijsector zeer groot blijft. “Het akkoord is op hoofdlijnen gelijk gebleven aan het akkoord van vorig jaar. De afbouw van de varkensstapel met 30% is bijvoorbeeld nog steeds een expliciete doelstelling in het akkoord.”
BFA heeft verder berekend dat als gevolg van dit akkoord het geproduceerde tonnage voor de Belgische diervoedersector met minstens 1 miljoen ton zal afnemen tegen 2030.
Iets milder
Het nieuwe akkoord lijkt in eerste instantie iets milder voor de boeren dan zijn voorganger. Zo meldt de VRT dat er een versoepeling is voor zogeheten rode bedrijven – een lijst van een veertigtal piekbelasters – waarvan veel stikstof neerslaat in nabijgelegen natuurgebieden.
Deze rode bedrijven moeten niet meer automatisch dicht. Normaal moest dat tegen 2030, maar ze krijgen nog een kans. Dan moeten ze wel hun stikstofuitstoot serieus verminderen. Kippen- en varkenshouders bijvoorbeeld kunnen dat doen met luchtwassers die stikstof uit de lucht halen.
Dergelijke aanpassingen brengen echter grote investeringen met zich mee. VRT meldt dat deze bedrijven voor het nemen van emissie-reducerende maatregelen vanuit de overheid mogelijk een vergoeding kunnen krijgen.
